Dicts.info 

Lithuanian to Dutch dictionary

    Look up:      

This Lithuanian to Dutch dictionary searches words in both directions at the same time.
Both Lithuanian to Dutch and Dutch to Lithuanian translations will be listed at once.


ačiū dank u, dank je, dankjewel, bedankt
arklys; žirgas (m) paard (n); (n)
berniukas (m) jongen (m); knaap (m)
brolis (m) (1,2,3) broer (m), broeder (m) (formal)
draugas vriend, vriendje (m), vriendin, vriendinnetje (f), maatje (m'f)
eiti gaan
gyvūnas (m) dier (n); beest (n)
kalė (f) hond (m)
katė (f); katinas (m) huiskat; kat (m); poes (f); kater (m)
klausyti luisteren; naar
knyga (f) boek (n)
kūdikis (m) #Dutch'baby (m'f), zuigeling (m'f), pasgeborene (m'f)
labas, sveikas (italbrac'informal), sveiki (formal) hallo, hoi, dag (informal), goede dag (formal)
laikas (m) tijd (m)
maistas (m) voedsel (n); eten (n)
medis (m) boom (m)
meilė liefde (f)
mergina (f); mergaitė (f) meisje (n); meid (f); meidje (n); griet (f); grietje (n)
miestas stad (f)
mokykla (f) school (f)
motė (f); motina (f) moeder (f)
moteris (f) vrouw (f)
namas (n) huis (n); onderkomen (n)
ne nee#Dutch'nee, neen (formal)
obuolys (m) appel (m)
para; diena (f) dag (m); etmaal (n)
pinigai (m) geld (n)
rašyti schrijven
sesuo zus (f); zuster (f)
taip ja
tėvas vader (m); papa
ugnis vuur (n)
vaisius (m) fruit (n); vrucht (f)
vyras (m) man (m); heer (m)
žiedas (m); gėlė (f) bloem (f)
Dutch to Lithuanian dictionary  |  Learn Dutch  |  Dutch vocabulary  |  Dutch flashcards


Privacy policy   Disclaimer   Terms of use  
Copyright © 2003-2024 Dicts.info.